Asielkittens: van binnenkomst tot adoptie

In het zomerseizoen krijgen we bij onze telefoondienst veel meldingen van gevonden kittens. Eenlingen, broertjes en zusjes of moederpoezen met een nestje: we zien alles voorbijkomen. Deze kittens worden niet in het asiel opgevangen, maar bij pleeggezinnen thuis. Daar krijgen ze alle aandacht en zorg die zulke kwetsbare kleintjes nodig hebben. Ook moederpoezen mogen hun gezinnetje in alle rust in de thuisopvang grootbrengen.

Hoe gaat die opvang nu precies in zijn werk, en hoe ziet de route naar een gouden mandje eruit? We vertellen je er graag meer over.

Moederpoes

Het grootste deel van de kittens die wij opvangen wordt in het wild geboren. Wanneer ze kunnen lopen en de wereld gaan verkennen, worden ze vaak door buurtbewoners gespot in tuinen, op straat of op industrieterreinen. Bij een melding gaan wij eerst na of er een moederpoes aanwezig is die enigszins benaderbaar is. In dat geval vangen wij het hele gezinnetje op. Ook poezen die nog moeten bevallen, mogen naar de thuisopvang om hun nestje veilig te kunnen werpen. Niet alleen kan zo’n poezenmama haar kittens dan in alle rust verzorgen, wij zorgen ondertussen ook voor haar.  Voor zover moeder dat toelaat, tenminste – niet alle poezen zijn van onze aandacht gediend.

Is er geen moederpoes aanwezig, dan brengen onze opvangers de kleintjes met de hand groot. 

 

Fleskittens

Sommige kittens die we vinden zijn al oud genoeg om zelfstandig te eten. Heel jonge kittens brengen we echter met de fles groot. Best een flink karwei! Een pasgeboren kitten drinkt namelijk iedere twee uur, óók ‘s nachts. Onze verzorgers moeten de eerste periode dus elke nacht hun bed uit om de kittens de fles te geven. Net als mensenbaby’s kunnen de katjes met steeds minder voedingen toe en kunnen de nachtvoedingen geleidelijk vervallen. Tot ongeveer vijf weken krijgen de kittens nog flesvoeding. Daarna gaan ze over op vast voer.

 

Hygiëne

Een kitten zindelijk maken kost gelukkig niet zo heel veel moeite. Katten zijn namelijk heel nette beestjes die hun omgeving graag schoon houden. Ze graven hun plasjes en drolletjes het liefst in, en de kattenbak biedt daarvoor natuurlijk een prima gelegenheid. Wel is het van belang dat er voldoende kattenbakken zijn en dat deze goed schoongehouden worden. Ook hier zijn onze opvangers dus druk mee! Sowieso is het sleutelwoord in de opvang hygiëne. Vegen, dweilen en ontsmetten zijn aan de orde van de dag. Zeker wanneer de kleintjes wat groter worden en een rommeltje van hun verblijf maken met hun capriolen. Het zijn dan net pubers 😉

 

(Medische) zorg

Iedere kitten wordt volgens een vast schema ontwormd, ontvlooid en geënt. Daarnaast krijgen we ook geregeld kittens binnen die iets mankeren. In dat geval schakelen we snel met ons medisch team om een diagnose te stellen en de kitten de juiste behandeling of medicatie te geven. In de meeste gevallen is de kitten er dan snel weer bovenop. Een enkele keer is een diertje echter zo ziek dat het herstel veel zorg en tijd in beslag neemt. Voor zowel de kitten als de opvanger kan dit een zwaar traject zijn, en we zorgen dan ook dat onze opvangers altijd op steun kunnen rekenen vanuit het team.

Gelukkig komt het met veel liefde en geduld meestal wel goed. Mocht er dan toch sprake zijn van een blijvende aandoening, dan vermelden we dit altijd tijdens het adoptietraject.

 

Socialisatie

Voeding en de juiste (medische) zorg zijn cruciaal voor een goede start. Minstens zo belangrijk is echter de socialisatie. Denk hierbij aan knuffelen, (onderling) spelen, wennen aan kinderen, andere dieren en huiselijke geluiden, zoals de tv of de stofzuiger. Voor onze verzorgers is dit stiekem een van de leukste taken!  

Zijn de kittens van jongs af aan gewend aan mensen? Dan doorlopen ze het socialisatie-traject vaak fluitend. Onze opvanggezinnen krijgen echter ook regelmatig te maken met schuwe kittens. Voor deze kittens zijn wij mensen maar enge wezens waar ze nog flink aan moeten wennen. Dat kost tijd, maar is het ijs eenmaal ontdooid en het vertrouwen gewonnen? Dan groeien ook deze diertjes uit tot gezellige huiskatten. En staat een kitten nog een beetje onzeker in het leven, dan zoeken we gewoon een eigenaar die hier met geduld en liefde mee aan de slag gaat.

 

Adoptie

Gemiddeld verblijft een kitten zo’n twee maanden bij een opvanggezin. Dit kan iets langer of korter zijn, afhankelijk van de leeftijd waarop een kitten wordt gevonden, de gezondheid en de mate van socialisatie. Wanneer de kitten ongeveer 700 gram weegt, mag hij naar de dierenarts voor een uitgebreide check-up. Ook wordt hij dan gechipt en krijgt hij zijn eerste vaccinatie.  

Is de kitten (minimaal) 8 weken oud? Dan gaan we op zoek naar een baasje en kunnen er dates worden ingepland. Wat een kitten nodig heeft, kan per dier verschillen, dus we zoeken echt het juiste dekseltje op ieder potje. Uitgangspunt is in elk geval dat de kitten in zijn nieuwe huis een maatje krijgt, of dit nu een andere kitten is of een al aanwezige (speelse) kat. Wanneer we de juiste match hebben gevonden, verhuist de kitten naar zijn of haar nieuwe baasje. Blij, maar ook een klein beetje verdrietig nemen onze verzorgers dan afscheid van de kitten en is een dankbare taak volbracht. Gelukkig ontvangen we nog regelmatig leuke berichtjes en foto’s van de nieuwe baasjes. Uit het oog, maar niet uit het hart!

 

Zou jij misschien wel kittenopvanger willen worden? Kijk dan eens op onze vacaturepagina wat er allemaal bij deze leuke vrijwilligersfunctie komt kijken. En ben je zelf op zoek naar een kitten? Ga dan snel naar onze pagina met plaatsbare kittens. Wellicht staat jouw match er wel tussen!

Help je huisdier veilig de zomer door!

In de zomer is het genieten voor ons mensen. We trekken naar het strand, we pakken de fiets voor een mooie tocht of we strijken neer op een terrasje. En wordt het te heet? Dan beschermen we onszelf gewoon met zonnebrandcrème, een verkoelende duik of een plekje in de schaduw. 

Voor onze huisdieren ligt het minder simpel. Hoewel ook zij van mooi weer kunnen genieten, kunnen ze hinder of zelfs gevaar ondervinden van hoge temperaturen en/of felle zon. Hoe kun je ervoor zorgen dat ook je huisdier een fijne en veilige zomer heeft? We zetten het hieronder voor je op een rijtje. 

Honden

Behalve in hun voetzooltjes hebben honden nergens zweetklieren, en verder kunnen ze hun warmte alleen kwijt door te hijgen. Ze hebben het dan ook snel warm. Zorg er dus voor dat je hond bij warm weer een plek in de schaduw heeft, en laat hem of haar nooit achter in een auto of warme tent of caravan! Is het buiten warmer dan binnen, houd de hond dan binnenshuis.

Verder hebben we de volgende tips voor je:

  • Plan je wandelingen ‘s ochtends vroeg of later op de avond, wanneer het koeler is.
  • Zorg altijd en overal voor voldoende vers drinkwater.
  • Zwemmen is een prima manier om af te koelen. Pas wel op dat je hond niet te veel water binnenkrijgt, en check of er geen blauwalg is gesignaleerd op de plek waar je wilt gaan zwemmen.
  • Ook je hond kan verbranden! Smeer dunbehaarde plekken in met zonnebrandcrème.
  • Tijdens een autoritje of bij extra warmtegevoelige honden kun je een koeltematje of -halsband gebruiken. Let op: deze producten zijn gemaakt van giftig materiaal, dus laat je hond er niet op kauwen.
  • Let op de temperatuur van het asfalt! Als het buiten 25 graden is, loopt het asfalt al tegen de 50 graden. Test het asfalt met je vlakke hand, en blijf op warme dagen met je hond op het gras.

 Oververhitting (hypothermie) kan levensgevaarlijk zijn voor je hond! Let op de volgende symptomen:

  • Meer dan gebruikelijk hijgen/afwijkende geluiden bij het ademen
  • Kwijlen/braken
  • Lusteloos gedrag, niet willen lopen
  • In paniek raken
  • Verkleurde slijmvliezen
  • Verhoogde lichaamstemperatuur. Boven de 41 graden kan er al schade ontstaan aan interne organen. Zorg dat je niet alleen een thermometer in huis hebt, maar leg er ook eentje in je auto! Geen thermometer bij de hand? Check dan of de huid bij de buik, liezen en binnenkant oren van de hond opvallend warm is.

Bij oververhitting is het zaak om snel in te grijpen. Bel je dierenarts, maar handel bij ernstige oververhitting vooral meteen zelf – een ritje in een warme auto zal de situatie alleen maar verergeren. Breng je hond naar een koele plek en giet koel (geen ijskoud!) water over de buik, liezen, oksels en oren. Gooi nooit ineens koel water over je hond heen, maar laat hem of haar even aan de temperatuur wennen. Als het kan, controleer dan tijdens het koelen de lichaamstemperatuur. Daalt deze, koel dan minder intensief, tot de temperatuur onder de 40 graden is. Geen thermometer bij de hand? Stop dan met koelen zodra de hond alert reageert. Te sterk koelen kan gevaarlijk zijn.

Geef de hond kleine beetjes water te drinken (koel, maar niet ijskoud). Je dierenarts kan in overleg met jou bepalen of onderzoek of verdere behandeling nodig is.

Ben je op pad, zoek dan een sloot of bel desnoods ergens aan en vraag of je de tuinslang mag gebruiken. Niet ingrijpen kan fatale gevolgen hebben.

Katten

Katten raken hun lichaamswarmte kwijt doordat de bloedvaatjes in hun huid zich verwijden, en ook van likken koelen ze iets af. Toch kunnen ook zij last krijgen van al te grote hitte en zullen ze indien mogelijk uit zichzelf een koel plekje opzoeken.

Met de volgende tips kun jij je kat een handje helpen op warme dagen:

  • Laat je kat nooit achter in de auto! De hitte kan hem of haar fataal worden.
  • Zorg dat er binnen en buiten voldoende koele plekken zijn die je kat kan bereiken.
  • Zorg altijd en overal voor voldoende vers drinkwater. Drinkt je kat niet? Dan kun je dat stimuleren door een ijsklontje in het water te smelten, een drinkfontein of een hoog glas met water neer te zetten of je kat een `soepje’ van natvoer en water te geven.
  • Eet je kat niet of nauwelijks op warme dagen? Biedt het voer dan op een koeler moment opnieuw aan.
  • Wikkel een zak met diepvrieserwtjes om een handdoek en leg deze op de slaapplek van je kat. De kat kan dan zelf kiezen of hij of zij er tegenaan gaat liggen.

Het risico op oververhitting is bij katten veel kleiner dan bij honden of knaagdieren. Symptomen van eventuele oververhitting zijn onrustig of juist sloom gedrag, hijgen, kwijlen en braken en/of diarree. Koel je kat bij oververhitting direct af: een ritje naar de dierenarts in een warme auto kan de situatie ernstiger maken. Uiteraard kun je wel de dierenarts bellen. Volg deze tips om je kat af te laten koelen: 

  • Breng de kat naar een koele plek, eventueel bij een ventilator.
  • Leg natte lappen op de buik van de kat (met lauw water, niet ijskoud)
  • Geef de kat kleine beetjes te drinken

Konijnen en cavia’s

Warmte kan erg gevaarlijk zijn voor konijnen. Een temperatuur boven de 23 graden kan al fataal zijn voor hen, zelfs als ze niet in de volle zon zitten. Dit komt doordat een konijn zijn hitte niet kwijt kan door te zweten. In het wild zoeken konijnen verkoeling onder de grond, maar tamme konijnen kunnen slechts met hun oren wapperen. Let daarom op het volgende, ook bij je cavia of andere knaagdier:

  • Zorg dat het hok van je konijn of cavia in de schaduw staat, zowel binnen als buiten. Lukt dit niet, zorg er dan in elk geval voor dat het hok niet in de middagzon staat.
  • Koel het hok extra door er een wit laken voor te hangen. Heb je geen wit laken, kies dan in elk geval een lichte kleur. Een donkere kleur absorbeert de warmte juist, waardoor de temperatuur stijgt.
  • Heb je een buitenren, zet deze dan nooit in de zon neer. Zorg dat je konijn of cavia altijd een plek in de schaduw heeft.
  • Zorg altijd voor voldoende vers drinkwater, maar zet geen ijskoud water neer. Daarvan kan je konijn of cavia diarree krijgen.
  • Binnen kun je een ventilator neerzetten, maar zorg ervoor dat je konijn of cavia niet op de tocht staat. Zelfs in de zomer kan hij of zij een longontsteking oplopen.
  • Leg eventueel een plastic fles met ijskoud water in het hok, gewikkeld in een handdoek.

Oververhitting kan dodelijk zijn voor je konijn! Wees alert op de volgende symptomen:

  • Oppervlakkige/versnelde ademhaling, met het bekje open
  • Sloom/apathisch of juist opvallend onrustig gedrag
  • Uitgestrekt liggen met de ogen half open
  • Heet aanvoelende oren
  • Kwijlen/niezen/loopneus
  • Shock: het konijn schudt hevig bij het ademen en slaakt af en toe een ‘gilletje’

Leg je konijn bij oververhitting op koele tegels (bv in de badkamer), leg er eventueel koelelementen bij en dep de oren met lauw water. Let op: maak niet het hele konijn nat! Druppel wat water in het bekje om te proberen of je konijn wil drinken. Pas op dat je konijn niet te snel afkoelt, dit kan tot een hartstilstand leiden.

Oververhitting is altijd een reden om je dierenarts te bellen!

Vogels

Vogels raken niet zo snel oververhit bij warm weer. Om warmte kwijt te raken, ademen ze snel en oppervlakkig, met een geopende snavel. Zo verdampen ze vocht uit hun mondholte.

Wil je je vogel helpen om de hete dagen goed door te komen, volg dan de volgende tips:

  • Om de kamer af te koelen kun je een raam opendoen. Pas wel op dat je vogel niet op de tocht staat of weg kan vliegen!
  • Zorg voor vers drinkwater.
  • Plaats een bakje met een laagje water in de kooi. De meeste vogels vinden het lekker om even te baden.
  • Bij warm weer kun je de vogelkooi beter op de grond plaatsen. Let wel op met andere huisdieren en kinderen!
  • Heb je een kippenhok of een buitenvolière? Zorg dan voor schaduw met behulp van een parasol of een wit, eventueel nat gemaakt laken.

 

We hopen dat je met bovenstaande informatie uit de voeten kunt! Met vragen of twijfels kun je natuurlijk altijd je eigen dierenarts bellen.

We wensen alle huisdiereigenaren én hun dieren een fijne, zonnige en veilige zomer!

 

Laat je huisdier door ons chippen

Een huisdier kwijtraken is een van de grootste angsten van een baasje. Toch zijn veel dieren, met name katten, die bij ons binnenkomen niet gechipt. ‘Dat moet anders’, dacht ons medisch team. Daarom volgden zij een cursus Chippen bij dierenarts Piet Hellemans. En vanaf nu staan zij op verschillende plekken in onze regio klaar om jouw huisdier te chippen.

Chipplicht

Voor honden geldt er in Nederland een chipplicht. Hierdoor kunnen de meeste honden snel weer worden herenigd met hun baasje. Voor katten geldt deze chipplicht nog niet en dat zien we helaas ook terug in het aantal katten dat bij ons binnenkomt zonder chip. Gelukkig komt daar binnenkort verandering in. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) werkt namelijk aan een landelijke chip- & registratieplicht voor katten

Wist je trouwens dat je bijvoorbeeld ook jouw konijn kunt laten chippen?

 

Check of jouw dier is gechipt

Twijfel je of jouw huisdier is gechipt? In sommige gevallen is het dier al gechipt bij de fokker of vorige eigenaar. Dit kun je terugvinden in het paspoort of navragen bij de fokker of de vorige eigenaar. Is het dier nog niet gechipt? Doe dit dan zo snel mogelijk. Mocht je dier bijvoorbeeld weglopen en door anderen gevonden worden? Dan kunnen we jullie snel weer met elkaar herenigen. 

Je kunt je dier laten chippen bij de dierenarts. En nu ook via ons. 

 

Chip jouw huisdier. Help een asieldier

De komende maanden staan we op verschillende locaties in onze regio klaar om jouw huisdier te chippen. Je kunt dan jouw dier (met uitzondering van honden) laten chippen én registreren voor €15,-. De volledige opbrengst van het chippen gaat naar onze stichting en besteden we aan de zorg voor onze asieldieren. Zo help je dus niet alleen jouw eigen huisdier, maar ook een asieldier!

 

Maak vooraf een afspraak

Het chippen en registreren van jouw huisdier neemt maximaal 15 minuten in beslag. Maak vooraf een afspraak via onze website. Zo kunnen we het chippen en registreren van jouw huisdier goed voorbereiden. Voor data en locaties, ga naar onze pagina ‘Laat je huisdier door ons chippen‘. 

Update Ella!

Update Ella! 😻

Weet je Ella nog, de poes die met gecompliceerde verwondingen aan haar staart bij ons binnenkwam? Dankzij de hartverwarmende donaties van vele dierenliefhebbers konden we van start gaan met de laserbehandelingen die nodig zijn voor Ella’s herstel. En we hebben goed nieuws!

De behandeling lijkt aan te slaan: de ontsteking is nagenoeg weg en Ella gaat zienderogen vooruit. Niet alleen oogt de wond veel rustiger, Ella zelf voelt zich ook al een stuk beter. Met engelengeduld ondergaat ze de verbandwissels en draagt ze de kap die ze voorlopig nog even nodig heeft. En ondertussen laat ze zich lekker in de watten leggen bij haar gastgezin! Dik verdiend, vinden wij.

We zijn er nog niet, en de laserbehandelingen zullen nog een poosje moeten worden voortgezet. Maar we zien volop reden tot optimisme en hopen dat Ella straks weer heerlijk zonder verband en kap kan rondlopen. We gunnen het haar zo!

Nogmaals héél hartelijk dank aan iedereen die deze behandeling mogelijk heeft gemaakt. Dankzij jullie krijgt Ella een kans op een prachtige nieuwe start! ❤️

P.S. voor mensen die hebben gevraagd via e-mail op de hoogte te worden houden: helaas ontvangen wij geen mailadressen, deze zijn alleen bekend bij doneeractie.nl.

U P D A T E voor Ella! 

Update 7 april 2024:

Tot onze ontroering en verrassing is na één dag het streefbedrag voor onze lieve Ella al bereikt! Dit betekent dat we de behandeling van haar staart in gang kunnen zetten en Ella een kans kunnen bieden op een mooi en pijnvrij bestaan. Iedereen die aan dit hartverwarmende resultaat heeft bijgedragen: ongelooflijk bedankt! We zijn er stil van…

Natuurlijk ook aan iedereen die nog doneert nadat het bedrag is bereikt: hartelijk dank! Dit geld kunnen we inzetten om de vele andere katten te helpen die aan onze zorg worden toevertrouwd en die onze hulp zo hard nodig hebben.

Alllerliefste poezendame Ella kwam bij ons in het asiel terecht met trauma aan haar staart. Na onderzoek door onze dierenarts is ze geopereerd en zijn er enkele wervels uit haar staart verwijderd. Daarna is ze met een kap en de nodige medicatie naar de thuisopvang verhuisd, in de hoop dat ze daar in alle rust zou kunnen genezen. 

Helaas blijkt het herstel minder voorspoedig te verlopen dan we hoopten. Ella blijft pijn houden, en ondanks de kap probeert ze toch steeds in haar staart te bijten. Frustrerend voor haar, en voor ons verdrietig om te zien.

Een vervolgplan is ingewikkeld. Het is niet met zekerheid te zeggen of een staartamputatie verlichting zal brengen, en we willen Ella dit niet aandoen met het risico dat ze daarna nog steeds pijn heeft. Onze dierenarts adviseert dan ook om de staart te behandelen met laserstralen, zodat de bloedsomloop wordt gestimuleerd en het genezingsproces op gang komt.

Wij gunnen onze lieve Ella van harte een kans op een mooi en pijnvrij bestaan, maar zo’n laserbehandeling is helaas behoorlijk prijzig. Daarom roepen we bij wijze van uitzondering de hulp in van dierenliefhebbers die Ella een steuntje in de rug willen geven. Zou jij een (kleine) donatie willen doen? Wij én Ella zouden dat echt geweldig vinden!

 

https://www.doneeractie.nl/een-gezonde-staart-voor-ella/-89946

FIV, FIP en FELV. Wat zijn deze drie kattenziektes?

FIV, FIP en FELV zijn drie ziektes die ernstige gevolgen kunnen hebben voor je kat. In dit artikel lees je in het kort meer over de drie ziektes. En kun je de praktische gids met meer informatie downloaden. 

Kattenaidsvirus (FIV)

Het Feline Immunodeficiëntie Virus (FIV), ook wel bekend als kattenaidsvirus, is wereldwijd een belangrijke oorzaak van ziekten bij de kat. FIV tast de witte bloedcellen van het immuunsysteem aan, zodat deze afsterven, beschadigd raken of hun normale functie niet meer kunnen uitoefenen. Dit leidt tot een geleidelijke achteruitgang van het afweersysteem van de kat.

In het beginstadium van de ziekte zijn er vaak nog nauwelijks symptomen zichtbaar. Na verloop van tijd (gemiddeld zo’n twee tot vijf jaar na de besmetting) vermeerderd het virus zich en kan het immuunsysteem van de kat steeds slechter zijn werk doen. Hierdoor hebben de katten die besmet zijn met FIV ook een verhoogd risico op ziekte en een besmetting met andere virussen, bacteriën en overige ziekteverwekkers zoals Toxoplasma gondii. Elke kat kan op elke leeftijd besmet raken, maar de infectie verloopt vaak heel langzaam. Daarom worden klinische symptomen vooral gezien bij katten van middelbare en oudere leeftijd. FIV is helaas niet te genezen. Eenmaal besmet, draagt een kat het virus de rest van zijn leven bij zich. 

Hoewel de naam ‘kattenaids’ anders doet vermoeden en de ziektesymptomen van HIV (bij mensen) en FIV (bij katten) op elkaar lijken, is FIV niet besmettelijk voor mensen. Wil je meer weten over FIV. Download dan hieronder de praktische gids.

Feliene Infectieuze Peritonitis (FIP)

Feliene Infectieuze Peritonitis (FIP) is een ernstige ziekte bij katten die wordt veroorzaakt door een veelvoorkomend diarreevirus genaamd het Feline coronavirus (FCoV). Dit diarreevirus is een zeer besmettelijk, maar eigenlijk helemaal niet zo gevaarlijk voor de kat: na een dagje diarree zijn de meeste katten er verder niet ziek van. Veel katten komen in hun leven het virus wel een keer tegen. Het grootste deel van deze dieren overwint het virus, voor het kwaadaardig kan worden. Bij enkele katten verandert de onschuldige darmvorm van het virus wél in een kwaadaardige variant die ontstekingen elders in het lichaam veroorzaakt. Deze ziekte noemen we FIP (Feliene Infectieuze Peritonitis, besmettelijke buikvliesontsteking van de kat). Deze ziekte is wel ernstig.

Elke kat kan de pech hebben om FIP te krijgen. Katten die in een huis wonen met 6 of meer andere katten,
hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van FIP. 90% van de katten met FIP is minder dan een
jaar oud. De overige 10% is vaak ouder dan 10 jaar.

Er bestaan twee vormen van FIP. Bij de natte vorm staat er veel vocht in de buikholte van de kat. Ook het borstvlies kan ontstoken zijn: er staat dan vocht in de borst. Bij de droge vorm  worden organen aangetast zoals de lever, nieren, darmen, hersenen of het ruggenmerg. Sommige dieren hebben een mengvorm: nat en droog.

Lees meer over FIP in de praktische gids.

Feline Leukemie Virus (FELV)

Het Feline Leukemie Virus (FeLV) is een virus dat wereldwijd voorkomt bij katten en een belangrijke oorzaak van ziekte en overlijden bij katten. Een kat die blijvend (persistent) geïnfecteerd is met dit virus heeft een grote kans op het krijgen van allerlei ernstige ziekten.

FeLV behoort tot dezelfde virusfamilie als het kattenaidsvirus (FIV). Het virus heeft de mogelijkheid om tumoren te laten ontstaan. Daarnaast kan een FeLV infectie leiden tot bloedarmoede en kan FeLV het afweersysteem aantasten. Het virus tast dan de bloedcellen van het afweersysteem aan waardoor deze afsterven of beschadigd raken. Hierdoor wordt een kat gevoeliger voor andere aandoeningen en infecties. Veel katten overlijden aan complicaties door een verminderd afweersysteem, en niet aan tumoren.

Het virus wordt verspreid wanneer er speekseluitwisseling tussen katten plaatsvindt, zoals bij het elkaar wassen, het delen van een voerbak, of door kattenbeten. FeLV kan ook worden overgedragen naar andere katten door contact met urine of ontlasting, bijvoorbeeld in de kattenbak. Het virus kan bovendien door een poes worden overgedragen op haar ongeboren kittens in de baarmoeder, of na de geboorte via de besmette moedermelk.

Wil je meer weten over FELV? Lees dan de praktische gids